augustus
2024
Gepubliceerd door Justine Pardoen in Onderzoek
Sociale media en welzijn tieners
Afgelopen weken is veel aandacht geweest voor de gedachte dat sociale media het welzijn van tieners negatief beïnvloedt. De Nederlandse vertaling van het boek van Jonathan Haidt (The Anxious Generation) onder de titel Generatie Angststoornis, heeft de discussie aangezwengeld. In de praktijk herkennen mensen veel uit het boek, maar wetenschappers vinden dat hij op een te grote trom slaat.
Er is natuurlijk wel wat aan de hand: het gaat slecht met het welzijn van tieners. Een groeiende groep is somber en voelt zich onzeker (‘anxious’) over zichzelf en de toekomst. In de hele wereld zien we een toename van tieners die slecht in hun vel zitten. Dat is op zich zorgwekkend, en vraagt om een antwoord.
Jonathan Haidt vond het antwoord in de sociale media: die zouden zo lang mogelijk moeten worden verbannen uit het leven van kinderen en jonge tieners. Pas met 16 jaar zou het verantwoord zijn tieners toegang te geven. Voor die tijd pakt de smartphone en sociale media te veel tijd af van wat nodig is voor een normale kindontwikkeling: eindeloze tijd om vrij te spelen, zonder toezicht van volwassenen als het even kan. Het boek is zeker de moeite waard om te lezen. Vind er gewoon zelf iets van.
Wetenschappers zijn kritisch
Veel wetenschappers vonden echter dat Haidt conclusies trok over de oorzaak (sociale media) die niet met wetenschappelijk onderzoek kon worden onderbouwd. Dr. Nastasia Griffioen, onderzoeker en coördinator Expertisecentrum Digitalisering en Welzijn van het Trimbos-instituut, nam het initiatief om hierover een stuk te schrijven waarin dit toegelicht wordt. Het is hier te lezen.
Er wordt gesproken van ‘morele paniek’, omdat Haidt doet alsof de negatieve gevolgen van sociale-mediagebruik voor iedereen in dezelfde mate negatief is, en dat het daarom te ver gaat om overheden op te roepen om strengere maatregelen te nemen, zoals het wettelijk verbieden van de toegang tot sociale media en het gebruik van een smartphone voor kinderen onder de 16 jaar. De onderzoekers vinden dat dat nu nog niet kan op basis van het huidige onderzoek; daar is “meer en beter onderzoek” voor nodig.
Daar kunnen we inkomen: wettelijke beperkingen van de informatievrijheid, daar begin je niet zomaar aan. Ook kinderen hebben rechten, en de toegang tot informatie is er daar een van. Bovendien is de smartphone en het contact met leeftijdgenoten, of juist de totaal andere werelden dan waarin ze thuis opgroeien, een weg naar vrijheid en verbinding die ook heel gunstig kan zijn voor het welzijn en de ontwikkeling van jonge tieners. De zaken liggen dus niet zo simpel. En het betekent niet dat het een goed idee is om een 8-jarige een smartphone te geven, of tieners onbeperkt schermtijd te geven.
Goed én slecht, maar niet voor iedereen
De invloed van sociale media is complex. “Het is goed én slecht, maar niet voor iedereen”, citeer ik mezelf als samenvatting van onderzoek naar gamen een aantal jaar geleden. Dat geldt ook hier: als sociale media goed ingezet worden, is de invloed positief. Zodra het gebruik van sociale media obsessief wordt, gaan tieners zich er juist slechter door voelen. En dat voelt — met respect — eigenlijk allemaal als een open deur. Of anders gezegd: mensen die leven in de buurt van jongeren, zien precies dat: voor de een is het slechter dan voor de ander. De een kan er beter mee omgaan dan de ander. Wie sociale media gebruikt om een probleem op te lossen (als een vorm van ‘zelfmedicatie’) loopt meer risico dat het gedrag obsessief wordt, waardoor ze zich nog slechter gaan voelen (oorzakelijk verband is aangetoond). Maar wie sociale media met mate gebruikt en vooral om verbinding te leggen met (online) vrienden, en daarmee vriendschapsbanden versterkt, die heeft er vooral baat bij. Bovendien zijn sommige gedragingen tijdelijk: soms is het wat obsessiever dan anders, en soms worden ze er chagrijnig van en soms juist opgewekt. En soms voelen ze wel dat het slecht is voor hun zelfbeeld, maar tegelijkertijd goed voor het onderhouden van vriendschappen.
Pedagogische ruimte
Het laatste woord zal nog niet gezegd zijn over deze kwestie. Maar bedenk dit: de observaties in de praktijk, zijn óók evidence. We hoeven niet te wachten tot wetenschappers uitgediscussieerd zijn, om voor jongeren het goede te doen. En: onderzoek zelf ook wat werkt en wat niet werkt in de praktijk, met jouw kind, of de groep jongeren waarmee je werkt. Ingewikkelde problemen hebben nu eenmaal geen simpele oplossing.
Tot slot: een wettelijk verbod is nog ver weg. En dat is maar goed ook: er is nog heel veel pedagogische ruimte die nu niet ingenomen wordt om kinderen en jongeren te leren omgaan met zichzelf, elkaar én de middelen die ze krijgen om gebruik te maken van internet en sociale media. Aan de slag!
Nieuw onderzoek
Oja, en ondertussen wordt er steeds “meer en beter onderzoek” gedaan. We blijven het volgen. Zoals dat artikel dat vandaag gedeeld werd, waarin wel degelijk aangetoond werd dat sociale media voor een grote groep tieners (60% van de onderzochte groep) echt tot gevolg heeft dat het hun mentale welzijn negatief beïnvloedt. Van UvA-onderzoekers, die op dit gebied in de wereld toonaangevend zijn. Lees de preprint hier.