januari
2015
Gepubliceerd door Justine Pardoen in Het jonge kind
Mediaopvoeding voor ukkies (0-6 jaar)
Er is nog weinig onderzoek over hoe ouders van hele jonge kinderen omgaan met alle nieuwe-mediamogelijkheden in het gezin. Wel horen we ouders vertellen. Zo vinden veel ouders het moeilijk om de allerkleinsten weg te houden van media die eigenlijk bedoeld zijn voor grotere kinderen – “Kan dat kwaad?” — en zijn ze stomverbaasd over de enorme aantrekkingskracht die de iPad op baby’s heeft en het gemak waarmee ze al van alles doen op dat scherm. Sommige baby’s kruipen alleen als ze gelokt worden met een iPad!
Niet alleen op baby’s zijn trouwens snel vertrouwd met een tablet, ook apen, poezen, honden en andere dieren vinden de iPad leuk, wat suggereert dat de handigheid van baby’s met een iPad meer toeval is dan wijsheid… (zie de filmpjes op onze Pinterest-pagina over Media-ukkies).
Politie-agentje spelen
Mediaopvoeding in gezinnen met jonge kinderen heeft vaak meer weg van politie-agentje spelen, zeggen ouders: tijdafpraken maken, gedoe over wie wel of niet en hoe lang op de iPad mag, en zorgen dat er geen ruzie komt tussen de kinderen. Dit soort gesteggel over mediagebruik kwam nog nooit eerder voor bij zulke jonge kinderen; we kenden het vooral van basisschoolkinderen. Het is jammer dat ouders door het geruzie minder toekomen aan aandacht voor de inhoud: wat zien ze, welke apps zijn nu eigenlijk geschikt voor de allerjongsten, hoe kies ik en waar vind ik ze? Ook de vraag of het kwaad kan, of wat kinderen er nu eigenlijk aan hebben, komt eigenlijk te weinig aan bod.
Het is mijn waarneming dat de iPad overigens ook leidt tot meer ruzie tussen ouders onderling: moeders lijken het gebruik van de iPad te willen beperken voor baby’s, peuters en kleuters, terwijl vaders het vooral grappig vinden, dat kinderen zo jong al aangetrokken zijn tot dezelfde gadgets die zij ook leuk vinden.
Praten over de inhoud
We kunnen zoals gezegd nog niet zoveel adviseren op basis van onderzoek. Maar één ding weten we wel al: kinderen hebben er meer baat bij als ze media samen met een volwassene beleven: ze leren er meer van zodra die volwassene praat over wat ze zien, woorden geeft aan gevoelens, belangrijke elementen uit het verhaal samenvat, de clou uitlegt. Kortom, wanneer de volwassene interactie stimuleert door vragen te stellen, hebben kinderen er meer aan.
Uit onderzoek blijkt ook dat ouders langer bezig zijn met voorlezen wanneer ze dat doen met een gewoon prentenboekje, dan wanneer ze een digitaal prentenboek voorlezen. Ook onthouden kinderen er meer van, wanneer ze voorgelezen worden uit een gewoon papieren prentenboek. Zowel ouder als kind lijken meer ‘in het verhaal’ te zitten. Misschien komt dat ook doordat ze afgeleid worden door de techniek: veel van het gesprek met het kind gaat over de randvoorwaarden – “Nee, nu moet je vegen”, “Kijk, als je zo doet, gaat het waaien”, “Nee eerst je appel opeten, en dan mag je weer aan het schermpje komen”. Dan kom je gewoon minder aan de inhoud toe.
Keuzes
Goede keuzes voor mediaproducten voor de jongste groep zijn nog niet zo gemakkelijk. Elk jaar organiseert Mediawijzer.net in april de Media Ukkie Dagen, juist om aandacht te geven aan mediagebruik door kinderen van nul tot zes, en om stil te staan bij de mediaopvoeding die past bij deze groep. Ook ontdekken nog meer ouders en pedagogisch medewerkers dan hopelijk nieuwe manieren om passende mediaproducten te vinden.
Tips voor geschikte mediaproducten:
- www.digidreumes.nl – gemaakt voor de kinderopvang, maar voor iedereen toegankelijk: besprekingen van apps voor 0 tot 6 jaar.
- www.mediasmarties.nl – overzicht van mediaproducten op leeftijd en thema (apps, websites, boeken, films, tv)
- www.kennisnet.nl/themas/mediawijsheid/publicatie-leerzame-apps-en-sites/ — 104 leerzame apps en sites voor kinderen van 2 tot 8 jaar (gratis pdf).
- www.mediaukkies.nl
Mediaopvoeding 0 tot 6 jaar:
Bron:
Parish-Morris, J. (e.a.) (2013), ‘Once Upon a Time: Parent–Child Dialogue and Storybook Reading in the Electronic Era’. In: Mind, Brain, and Education, 7: 200–211.
Dit artikel verscheen eerder in de rubriek ‘Generatie M’ van Pedagogiek in Praktijk (PIP)