november
2014
Gepubliceerd door Freek Zwanenberg in Scholen
Vrijeschoolse mediaopvoeding: Rudolf Steiner over technologie en het moderne leven
Dit is deel 2 in een serie van drie over Vrijeschoolse mediaopvoeding. Deel 1 vindt u hier, en deel 3 hier.
Als we het hebben over mediaopvoeding die past bij de vrijeschool, dan kunnen we natuurlijk niet om de grondlegger heen, Rudolf Steiner. In dit deel wil ik dan ook terug naar de vraag: wat zei de grondlegger van de Vrijeschool en de antroposofie, Rudolf Steiner, eigenlijk over mens en technologie, en hoe we ons dienen te verhouden tot het moderne bestaan?
In het eerste deel van deze reeks ging ik in op de vraag in hoeverre de vrijeschool nou hopeloos ouderwets is of juist heel progressief als het gaat om het ‘ICT-vrije-schoolbeleid’ op de basisschool. Ook buiten wereld van de Vrijeschool wordt immers steeds vaker gepleit voor een minimale blootstelling aan ICT en mobiele telefoons. Als deze het kinderleven inkomen aan het begin van de puberteit, is dat vroeg genoeg. Hier zien we dan ook een nieuw thema opdoemen dat voor iedereen interessant is: het ‘matigen met technologie en media’ ten behoeve van de gezonde ontwikkeling van het kind. Zo werd het New York Times artikel ‘Steve Jobs was a low-tech parent’ een aantal weken geleden druk verspreid en besproken op het internet.
Even iets over Steiner zeggen…
Oeps. De beste man schreef tussen 1882 en 1925 maar liefst veertig boeken en gaf omtrent zesduizend (!) lezingen. De antroposofie van Rudolf Steiner (in het Engels spiritual science) moest een brug slaan tussen het materialistische (wetenschappelijke) wereldbeeld en het mysticisme (het spirituele) en daarmee een nieuwe manier van leven inluiden. Het moderne wereldbeeld was volgens Steiner te ver verwijderd van het spirituele, terwijl het mysticisme zich wel met het geestelijke bezighield, maar zonder de juiste analytische methode. En het bleef niet bij woorden: Steiner stond ook aan de basis van de Vrijeschool, de biologisch dynamische landbouw, de homeopathische geneeskunde, en hield zich actief bezig met verschillende kunstvormen en sociaal activisme.
…dat doe je niet zomaar!?
Ondanks mijn vijftien jaar vrijeschool-ervaring, wist ik eigenlijk nauwelijks iets over de antroposofie zelf. Na een paar weken driftige Steiner-studie begin ik door te krijgen waarom. Steiner lees je namelijk niet even voor de lol. Hij schetst in zijn werken een enorm kosmisch verhaal waarin wij als mens een rolletje spelen en onze lessen te leren hebben. De aardse werkelijkheid die wij hier met onze zingtuigen ervaren, is hierin slechts een kleine factor. De geestelijke of bovenzintuiglijke wereld die Steiner nauwgezet bespreekt, is vele malen omvattender: de aarde bevindt zich bijvoorbeeld in haar 4e incarnatie (nog drie te gaan), onze handelingen worden volop beïnvloed door hogere bewustzijnsvormen, en alle materie wordt bevolkt door ‘elementale wezens’. En dan noem ik pas een paar dingen…
Zware kost dus. Elke alinea van Steiner moet je een paar keer lezen voordat je een idee hebt waar hij het over heeft. Ik ben dan ook erg benieuwd geraakt naar de ‘Steiner-geletterdheid’ onder vrijeschoolouders. Van atheïsten en skeptici hoef je al helemaal geen begrip te verwachten. Maar een open mind ten opzichte van het bestaan van de ziel en het concept van reïncarnatie, lijken mij noodzakelijk om überhaupt aan Steiner te beginnen.
En zo kwam het, dat ik me een aantal maanden verdiept hebt in het werk van Steiner. Ik vond al snel een tekst waarin hij uitgebreid ingaat op onze verhouding tot de moderne, technologische samenleving. En daar komen hele interessante passages in voor…
‘Technologie en de moderne tijdgeest maken de mens materialistisch…
Precies honderd jaar geleden, op 28 December 1914, gaf Rudolf Steiner de lezing ‘Technologie en Kunst’ (de engelse vertaling staat hier online). Het ontstaan van de natuurwetenschappen (circa vierhonderd jaar geleden), ziet Steiner als de aanvang van het moderne tijdperk. Door de grondige bestudering van de natuur leerden wij haar beheersen, en grondstoffen in te zetten om machines en apparaten te ontwikkelen. Hierdoor bevinden we ons in stijgende mate in een technologische wereld.
Omringd door al die technologie raken we ons oorspronkelijke contact met de natuur kwijt. Steiner heeft het letterlijk over het ‘wezen’ van de technologie, Ahriman, die ervoor zorgt dat wij mensen minder op de geest en meer op de materie gericht raken. We worden er oppervlakkiger van, zo vertaal ik het. Deze verwijdering van de natuur en het ontstaan van alle wetenschap en technologie is overigens precies de bedoeling volgens Steiner. “Wereld-karma”, noemt hij dit. Niet aan te ontsnappen; dit is nu eenmaal de grootschalige evolutie waarin we ons bevinden als mensen.
…maar je moet je er niet van af willen sluiten!’
En nu wordt het echt interessant. Ook al is het dus niet per se gezond voor de mens om zo omringd te worden door technologie, Steiner waarschuwt met klem voor de neiging zich hiervan af te willen zonderen. Het herontdekken en ontwikkelen van je geestelijke (spirituele) vermogens moet volgens hem juist middenin het moderne leven plaatsvinden, niet erbuiten. Hoe serieus hij dat meent, kun je beter in zijn eigen woorden lezen. Daarom hieronder een kort stukje primaire Steinertekst, hou je vast:
“I am not making a general allusion, of course, let alone a particular allusion, for when one holds a talk on a matter like this, one immediately provokes judgments. I think that in the case of this theosophists’ arrogance, it can easily happen that people imagine they must take great care not to expose themselves to these destructive forces; that they must protect themselves from all the influences of modern life; that they must closet themselves in a room containing the right surroundings, with walls of the colour indicated by theosophy, to make sure that modern life cannot reach them in any way that would be harmful to their bodily organisation.
I really do not want my lectures to have this effect. Everything of the nature of withdrawing and protecting oneself from the influences of all that we necessarily have to encounter as world karma arises out of weakness. But anthroposophy can only strengthen the human soul (Gemüt), and should develop those forces that inwardly strengthen and arm us against these influences. Therefore, never within the compass of our spiritual movement could any kind of recommendation be given to cut oneself off from modern life, or to turn spiritual life into a kind of hothouse culture.”
Rudolf Steiner in Technologie en Kunst, (alinea’s 6-7)
Geen softie, die Steiner! Meerdere keren tijdens de lezing hamert hij erop: het is een teken van zwakte om je te willen afsluiten van de schadelijke invloeden van het moderne leven. En juist deze vluchtneiging verwijt hij de theosofen, toendertijd een bekend spiritueel genootschap, die volgens hem het spirituele teveel tot een soort kas-cultuur (hothouse culture) laten verworden. Lekker veilig afgesloten van de boze buitenwereld een beetje spiritueel doen. Steiner kan hier duidelijk geen enkel begrip voor opbrengen. Een echte antroposoof sluit zich niet af, maar versterkt zichzelf geestelijk en wapent zich tegen de schadelijke invloeden van het moderne leven. Kunst speelt hierbij een cruciale rol.
Vrijeschool als kas-cultuur?
Ben ik wederom op een interessante paradox gestuit? Want terwijl deze boodschap van Steiner heel helder is, denk ik terug aan mijn eigen jeugd op de vrijeschool, veilig in een bubbeltje. Ik ben zeker niet de enige oud-vrijeschoolleerling die best even een milde cultuurshock meemaakte bij het binnentreden van de buitenwereld na het examen. Het willen beschermen tegen de harde buitenwereld door een zekere mate van afsluiting daarvan, lijkt me juist een (onbewuste) neiging in vrijeschoolwereld. En kan het ook anders, als je een spirituele visie op opgroeien en onderwijs in praktijk wilt brengen in een materialistisch ingestelde wereld?
Nadat ik in deel 1 constateerde dat uitstellen van de introductie van ICT op de basisschool in zekere zin juist weer behoorlijk progressief aan het worden is, zo toch krijg ik bij het lezen van Steiner nu ook weer mijn bedenkingen. Want is vanuit deze visie een vrijebasisschool zonder enige moderne technieken en zonder moderne media niet alsnog precies de door Steiner zo scherp veroordeelde kascultuur? Aan de andere kant: er is juist wel een bovengemiddelde aandacht voor het kunstzinnige. En toch, nu ik Steiners’ strenge woorden heb gelezen, weet ik niet of hij in deze tijd jonge kinderen wel helemaal zou afschermen van moderne technologie.
Ik ga er nog even verder op kauwen…
Echte Vragen die in mij opkomen:
- Kun je kinderen weerbaar en geestelijk sterk maken binnen de moderne wereld, zonder ze te confronteren met, en ze te leren wennen aan technologie en media die nu de tijdgeest bepalen?
- In hoeverre bestaat er binnen de wereld van de antroposofie inderdaad de neiging om kinderen te willen beschermen voor de invloeden van het moderne leven? En in hoeverre zou dat erg zijn?
- In hoeverre is het ironisch te noemen dat voor veel ouders de veilige en onschuldige omgeving van de vrijeschool juist de reden is dat ze hun kind ernaartoe brengen?
- In hoeverre is het voor vrijeschoolouders die hun kind wel aan smartphone en tablet laten wennen, een geruststelling om bovenstaande woorden van Steiner te lezen?
- Zou Steiner ook de totale afwezigheid van ICT op de lagere school hebben gepredikt, als hij nu had geleefd?
Wat denk jij als lezer hierover? Heb je de hele lezing van Steiner kunnen lezen en begrijpen? Commentaar, dialoog, discussie; ze zijn van harte welkom hieronder.
Wordt vervolgd!
In deel 3 van deze serie over vrijeschoolse media-opvoeding zal ik een aantal argumenten van antroposofische pedagogen bespreken, op basis waarvan de lagere vrijescholen ICT-vrij zijn.
Ondertussen zou het aardig zijn als je – als je een vrijeschooldocent bent – dit citaat eens mee neemt naar collega’s:
“It would be the worst possible mistake to say that we should resist what technology has brought into modern life, that we should protect ourselves from Ahriman by cutting ourselves off from modern life. In a certain sense this would be spiritual cowardice. The real remedy for this is not to let the forces of the modern soul weaken and cut themselves off from modern life, but to make the forces of the soul strong so that they can stand up to modern life. A courageous approach to modern life is necessitated by world karma, and that is why true spiritual science possesses the characteristic of requiring an effort of the soul, a really hard effort.”
Rudolf Steiner in Technologie en Kunst, (alinea 18)