juni
2018
Gepubliceerd door Justine Pardoen in Onderzoek
Reformatorische jongere doet vaker aan sexting
Refo-jongeren doen vaker aan sexting en vinden porno minder erg dan seculiere leeftijdsgenoten, blijkt uit onderzoek van Kliksafe. In het algemeen zijn ze ook minder mediawijs.
Reformatorische jongeren zijn minder mediawijs dan hun seculiere leeftijdsgenoten. Zo doen ze vaker aan sexting en vinden porno, gewelddadige beelden en discriminatie minder vervelend. Ook blijkt dat hun ouders minder regels en afspraken met hen maken. Dit blijkt uit het onderzoek van internetprovider Kliksafe dat vandaag gepresenteerd is.
Het onderzoek is uitgevoerd onder meer dan 800 refo-jongeren tussen de 12 en 17 jaar. Het identieke onderzoek is vorig jaar door de Universiteit van Amsterdam en bureau Jeugd en Media gedaan onder seculiere jongeren. Doel van het onderzoek was om risicovol mediagebruik en de rol van ouders bij de groep reformatorische jongeren te bestuderen en een vergelijking te maken tussen het mediagebruik van deze beiden groepen jongeren. Uit dit onderzoek blijkt dat onder reformatorische jongeren WhatsApp met bijna 89% veruit de meest gebruikte toepassing is, Instagram (63%) fors populairder is dan Facebook (28%), en Snapchat met 44% ook een veelgebruikte applicatie is.
Sexting
Van de reformatorische jongeren zegt 7% zelf wel eens aan sexting gedaan te hebben. Dit is fors meer dan bij de seculiere jongeren. Daar geeft 2,6% aan dit te hebben gedaan. De overgrote meerderheid geeft aan het niet normaal te vinden, zendt ontvangen beelden niet verder door en wist expliciete beelden meteen. Opvallend is dat meisjes significant strenger oordelen over sexting dan jongens.
Risico’s
Aan de jongeren is gevraagd hoe hoog ze online risico’s inschatten. Uit de antwoorden blijkt dat ze het risico om slachtoffer te worden van phishing, ransomware en grooming laag inschatten. Veruit de belangrijkste informatiebron voor jongeren, als het gaat om online risico’s, zijn de ouders (62%), gevolgd door vrienden (31%), leraren op school (28%) en oudere broers of zussen (28%). Uit het onderzoek blijkt ook dat als jongeren veel praten over online risico’s, dit aantoonbaar risicoverlagend werkt.
Praten en afspraken
Meer dan de helft (54%) van de jongeren praat soms met hun ouders over schokkende beelden die ze online tegenkwamen. De andere groep (46%) doet dit nooit of bijna nooit. Door een grote groep (40%) wordt nooit of bijna nooit gepraat over afspraken en regels. De meest gemaakte afspraken gaan overigens over het telefoongebruik aan tafel en het gebruik van de mobiel in bed. Bijna alle jongeren zeggen de regels te begrijpen en vinden ze ook oké.
Vergelijking
Reformatorische jongeren zijn positiever over het online spreken met onbekenden én bekenden over school, hobby’s, sport, nieuws, geloof, uiterlijk, kleding, lichaam en seks vergeleken met hun seculiere leeftijdsgenoten. Van de reformatorische jongeren spreekt 45% met zijn/haar ouders over schokkende beelden. Hun seculiere leeftijdsgenoten doen dit in 70% van de gevallen. Ook blijkt dat jongeren uit de reformatorische hoek pesterijen, porno en discriminatie minder vervelend vinden dan de seculiere jongere. Grof taalgebruik vinden ze wel vervelender. Opvallend is dat reformatorische jongeren aangeven minder vaak regels opgelegd te hebben gekregen dan leeftijdsgenoten uit seculiere hoek. Zo zijn er fors minder afspraken gemaakt over privacy, gegevens van anderen doorgeven en tijdsbesteding. Ook geven reformatorische jongeren aan dat hun ouders zich minder houden aan de regels die ze zelf hebben gesteld dan de seculiere jongeren. Tot slot blijkt dat reformatorische jongeren YouTube in het algemeen vaker gebruiken dan seculiere jongeren en de videodienst Netflix even vaak.
Het onderzoek is hier te zien.
Een samenvatting vind je in deze infographic.
Tip: kies de juiste manier van praten
Globaal zijn er vier manieren van praten:
- Eenrichtingsverkeer (met opdrachten en preken);
- Onderhandelen (“Als jij dit doet, mag je dat”);
- Vragend en belangstellend (“Wat doe je eigenlijk? Vertel eens…”);
- In de vorm van een wederzijds gesprek (samen afspraken maken)
Uit het onderzoek blijkt:
• Vragend/belangstellend communiceren en het voeren van wederzijdse gesprekken is het effectiefst (dat wil zeggen: geeft de grootste vermindering van risicovol gedrag);
• Eenrichtingsverkeer en onderhandelen zijn minder effectief (dat wil zeggen: lijkt risicovol gedrag meer in de hand te werken).
[Persbericht Kliksafe]