juli
2018
Gepubliceerd door Justine Pardoen in Online jeugdcultuur
Nieuwe werkgroep voor aanpak wraakporno
Er komt een ambtelijke werkgroep die de aanpak van wraakporno en andere privacyschendingen door burgers onderling gaat onderzoeken. Minister Dekker (VVD) voor Rechtsbescherming heeft op 25 juni ingestemd met het verzoek van de Tweede Kamer hiervoor.
Spoedprocedure
Op verzoek van de VVD komt er een ambtelijke werkgroep die onder andere bekijken of er een spoedprocedure kan komen om snel naaktbeelden van internet af te halen die zonder toestemming worden verspreid, of slachtoffers hiervan beter geholpen kunnen worden en of het verspreiden van die beelden als apart delict strafbaar gesteld moet worden. De werkgroep komt naar verwachting in december 2018 met haar bevindingen. Op dit moment moeten slachtoffers zelf veel doen om voor elkaar te krijgen dat de beelden van internet afgaan. Slachtoffers zouden direct geholpen moeten worden om beelden weg te laten halen, bijvoorbeeld door het doen van online-aangifte, maar ook om met de gevolgen om te gaan.
Minister Dekker staat open voor een spoedprocedure om dergelijke beelden van internet af te krijgen, maar uitgezocht zal moeten worden hoe dat vorm te geven, hoe groot het te verwachte aantal zaken zal zijn en of de rechterlijke macht daar de capaciteit voor heeft.
Een spoedprocedure om beelden weg te laten halen bestaat al voor inbreuken op auteursrechtelijk materiaal. Een vergelijkbare procedure zou volgens de minister mogelijk voor wraakporno kunnen worden ingericht. De minister gaf aan dat het kabinet op dit moment al werkt aan een wetsvoorstel om wraakporno strafbaar te stellen. Daarnaast komt het kabinet na de zomer met een bredere visie op privacy tussen burgers onderling.
Autoriteit Persoonsgegevens
De SP pleit ervoor dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) hierbij een centrale rol krijgt. De toezichthouder kan snel ingrijpen na een melding van het slachtoffer en het vervolgtraject overnemen om beelden snel te laten verwijderen en daders aan te pakken. Hiermee zou er één loket ontstaan en worden de slachtoffers ontlast om zelf achter het verwijderen van de beelden aan te gaan.
De minister wil dit wel onderzoeken, maar waarschuwt dat niet alle privacyschendingen via het strafrecht aangepakt kunnen worden en dat een deel niet per se strafbaar is en via het civiele recht aangepakt zal moeten worden. “Dit vraagt nog even verder doordenken” aldus de minister.
Volgens initiatiefnemer Koopmans moeten ook de grote internetbedrijven als Google, Facebook en Microsoft aangesproken worden op het probleem van wraakporno. Zij vormen onderdeel in de verspreiding van het privacy-schendende materiaal.
Continu bespied
Zowel GroenLinks als SP benadrukken dat het normaal lijkt te worden om bespied te worden. Zoals door wifi-tracking in winkelcentra of de vraag van ouders om permanent beelden vanuit de kinderopvang te kunnen ontvangen. Volgens initiatiefnemer Koopmans is dat een algemene zorg en niet direct een punt dat de werkgroep zou moeten onderzoeken.
Zowel het CDA als GroenLinks vonden dat breder onderzocht moet worden wat het effect is van digitale ontwikkelingen op de privacy. De minister is het daarmee eens en suggereerde dat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid of het Rathenau Instituut hier in de toekomst onderzoek naar zou kunnen doen.
Bij het debat hierover op 25 mei 2018 waren VVD, SP, GroenLinks, CDA en SGP aanwezig. De PVV, D66, PvdA, CU, PvdD, 50Plus, FvD, Denk deden niet mee.
[Met toestemming overgenomen van Privacy Barometer]