december
2024
Gepubliceerd door Justine Pardoen in Het jonge kind
Vallen moet
We willen het goed doen, de opvoeding, maar je kunt ook te ver gaan in het willen voorkomen van ongelukken: ze bewegen inmiddels minder dan ooit en een kwart heeft een motorische achterstand. BJM’er Marije Lagendijk roept op om iets meer te vertrouwen in de veerkracht van kinderen. Een goed voornemen voor in de kerstvakantie en het nieuwe jaar: leg je telefoon wat vaker weg en ga samen iets risicovols doen. Ze moeten vallen om te leren opstaan…
Deze maand werd het mij duidelijker dan ooit: we zijn de weg kwijt. Er ontstond weer eens commotie over het Sinterklaasjournaal. Het zou te spannend zijn. Online onstond discussie: ‘wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe’ zou uit het hele Sinterklaasrepertoire geschrapt moeten worden…
Daarna had ik een gesprek met een manager van een kinderopvangorganisatie die mij vertelde dat ouders vaker vragen om beschermende maatregelen. Zij noemde een helm voor baby’s tijdens het spelen of een valrugzak. Een valrugzak?! Het blijkt een kussentje te zijn dat de rug en het hoofd van je dreumes beschermt als hij achterover valt.
Mijn verbazing groeide, vooral toen ik de productomschrijving las:
“Maak je geen zorgen meer over kleine ongelukjes tijdens het ontdekken! Iedere ouder kent het wel. Leren lopen gaat niet zonder slag of stoot. Hierbij zijn baby’s en peuters kwetsbaar voor valpartijen. Ongelukjes zijn te verwachten, maar het is stressvol om te denken aan de impact op hun kostbare hoofdje en rug.”
Als het over kleine ongelukjes gaat, hoef je je überhaupt geen zorgen te maken. En baby’s en peuters vallen regelmatig; dat is onderdeel van het leerproces. Ze vallen zich echt niet zomaar een schedelbasisfractuur. Natuurlijk wil je niet dat er iets met je kind gebeurt. Toen mijn oudste dochter geboren werd, checkte ik dwangmatig vaak of ze nog wel ademde als ze heerlijk lag te slapen. Toen ontdekte ik dat er zelfs speciale bedjes zijn die de ademhaling van je kind controleren. Gelukkig is dat bed er bij ons nooit gekomen. Ergens moeten je een grens trekken.
Producten die je angst voeden
Je druk maken over al deze dingen is stressvol, omdat we er ineens zo ontzettend krampachtig over zijn gaan doen. Dat komt ook doordat er producten op de markt worden gebracht die problemen oplossen die er eigenlijk helemaal niet zijn. Want wees eerlijk, wat is er mis met een paar blauwe plekken, een schram of bult en het leren omgaan met vallen en opstaan? Feitelijk is er maar één probleem: onze eigen angst. En dat we die kunnen bezweren met het kopen van een product.
Maar je kunt je kind niet 24/7 in bubbeltjesfolie inpakken of in een glazen kastje stoppen. Gelukkig maar, want ze leren juist door te vallen en weer op te staan. Letterlijk én figuurlijk.
De keerzijde van overbescherming
Ik vraag me af wat we onze kinderen écht leren als we hen continu voor alles in bescherming nemen. Natuurlijk, sommige risico’s zijn onacceptabel en daar grijp je als ouder of opvoeder in. Je laat een kind niet spelen op een gevaarlijke bouwplaats en je zorgt dat ze niet zomaar de straat op rennen. Maar het leven bestaat ook uit kleine risico’s, en die zijn juist essentieel voor de ontwikkeling van een kind.
Als we onze kinderen behoeden voor ieder risico, dan ontnemen we hen ook de kans om zelfredzaam te worden. Hoe leren ze dan omgaan met teleurstellingen, pijn of zelfs het kleinste beetje ongemak? Vallen doet pijn, ja. Maar het leert een kind ook wat balans is, hoe hun lichaam zich verhoudt tot de omgeving, hoe het zichzelf kan corrigeren en dat een blauwe plek echt wel weer weggaat.
Wat zit er achter onze angst?
Onze angst om kinderen pijn te laten ervaren is begrijpelijk, maar tegelijkertijd onrealistisch. We leven in een wereld waarin risico’s nooit volledig uitgesloten kunnen worden en waarin pijn, verdriet en ongemak vroeg of laat op hun pad zullen komen. En dat is oké.
Misschien moeten we onszelf afvragen: wat maakt ons als ouders zo bang? Is het de constante stroom van berichten over gevaar? Zijn het de socialmedia-berichten waarin iedereen zich als perfecte ouders presenteert, of waarin we elkaar opjutten met heftige verhalen, de commercie? Ik kwam een post tegen van een verpleegkundige die online een lijst deelde met maar liefst 50 (!) dingen die haar kinderen nooit mogen doen, gebaseerd op alle nare situaties die ze op haar werk heeft meegemaakt. Onder de post reageerden mensen dat ze blij waren met haar waarschuwingen en dat ze hun eigen kinderen voortaan ook die dingen zouden verbieden. Met haar beroepsdeformatie maakte ze iedereen gek.
Waarom hebben we geen vertrouwen meer in het leven, in de veerkracht van onze kinderen? Waar is onze nuchterheid gebleven? Een val betekent niet automatisch een trauma. Integendeel: het leert ze opstaan en dat draagt bij aan hun zelfvertrouwen. Waarom weten we dat niet meer?
Terug naar de basis
Ik pleit ervoor dat we teruggaan naar de basis. Naar het vertrouwen in onszelf als ouders en in de kracht van onze kinderen. Natuurlijk willen we het beste voor ze, maar soms betekent dat ook loslaten. En soms is goed, goed genoeg. Als we willen dat onze kinderen veerkrachtig worden dan moeten we accepteren dat ze vallen, struikelen en leren door fouten te maken. Het is aan ons om er te zijn als ze huilend naar ons toe komen, om te troosten, te knuffelen en te zeggen: “Dat hoort erbij. Ik ben er voor je.” En als iets niet meteen lukt: “Goed dat je gewoon weer opstaat, probeer het nog maar een keer!”
Laten we ophouden met het zoeken naar oplossingen voor problemen die er niet zijn. Onze kinderen hebben geen valrugzakken nodig, maar ouders die écht aanwezig zijn, ouders die hun telefoon even wegleggen, vertrouwen hebben in de groei en kracht van hun kind, en geloven in hun veerkracht. Want uiteindelijk leren zij het meest als wij het aandurven om een stapje terug te doen.