nepnieuws over ouders en hun smartphone-gebruik

Nepnieuws over ouders en hun smartphone-gebruik

Zomaar een persbericht. De kop: "Fanatieke smartphone-ouders ontwrichten gezinsleven" en 38% van de jongeren "gaat gebukt onder smartphone-gebruik van ouders". Communicatie over een onderzoek is niet zonder consequenties. Wat zou hier de bedoeling van zijn?

Heftige woorden: fanatieke ouders, ontwrichten het gezinsleven omdat hun kinderen gebukt gaan onder hun gedrag. Kindermishandeling, zou je zeggen! Kinderen die zich genegeerd voelen (dan krijg je het gevoel dat je er niet meer bent), die hun ouders in uiterste wanhoop vragen hun mobiel weg te leggen, terwijl die ouder dat dan niet doet…  (Bijna een op de drie jongeren heeft dat wel eens aan een ouder gevraagd, en dan deed die ouder dat in 38% van de gevallen). Ouders zijn ermee bezig tijdens het eten (een kwart van de ouders), of in de auto (een derde). Getallen waar je nou ook nog niet van ondersteboven rolt. Maar dan de pay off, alsof het over alcohol gaat: “ouders, smartphones maken meer kapot dan je lief is!”

De ‘Nationale Academie voor Media en Maatschappij’, afzender van het bericht over het onderzoek van twee bachelor-studenten van de TU Delft, beleert: “Samenleven kan alleen als je aandacht hebt voor elkaar. Het effect van een nieuwe technologische ontwikkeling daarop is voldoende reden om hierover met elkaar in gesprek te gaan […]” 

Laat nou precies dat ook overal gebeuren. We zien en horen niet anders dan dat ouders en kinderen in gesprek zijn over het gebruik van beeldschermen in het gezin. Kinderen zeggen tegen pa dat hij zijn mobiel niet moet opnemen tijdens het eten, vooral ook omdat ze dat zelf ook niet mogen. Ze vinden het “errrug grappig” dat ma tijdens het koken ineens doorgaat met haar recent ontwikkelde, en uiteindelijk tijdelijke Breaking Bad-verslaving. Ze herkennen het, geven er commentaar op. Natuurlijk. Zo gaat dat. Maar lijden deze kinderen? Gaat ze er gebukt onder? Komen ze fundamenteel tekort? Dat is nogal een bewering. Dergelijke conclusies zijn vooral geformuleerd om aandacht te trekken. Wie het onderzoek zelf bekijkt, kan ze niet terugvinden.

Ouders en kinderen zijn al in gesprek

Ouders en kinderen zijn allang in gesprek. Mediaopvoeding, voor alle duidelijkheid nog maar eens een keer: mediaopvoeding is een doorlopend gesprek. Tussen ouders en kinderen. Tussen ouders onderling. Met elkaar in het gezin. Met anderen daarbuiten. En dat gaat prima. Het kan altijd beter, maar er ontwricht niets. Er wordt juist gebouwd. Er wordt gebouwd aan een nieuwe manier van omgaan met elkaar. Nieuwe vormen van contact maken dragen op een nieuwe manier bij aan de relatievorming in gezinnen en daarbuiten, en aan het onderhouden van die relaties.

Zo communiceren ouders en kinderen veel met elkaar via WhatsApp. Ze maken daarbij gebruik van gezinsgroepen en ouders ervaren dat het daardoor gemakkelijker is dan ooit om snel van elkaars wel en wee op de hoogte te zijn. Soms beter dan zonder die App-groep. Kinderen vinden het ook prettig en gemakkelijk. Dus wat is nu eigenlijk het probleem?

Nepnieuws

Problemen maken waar ze niet zijn, of conclusies trekken uit onderzoek waar ze niet uit voortvloeien, heet tegenwoordig nepnieuws. Dit is nepnieuws.

De afzenders van het persbericht – mediaprofessionals die mediawijsheid verkopen – roepen ons op: “Laten we zowel ouders als jongeren helpen zich op de eerste plaats meer bewust te worden van hun eigen smartphonegedrag en van de effecten daarvan op anderen binnen het gezin. Laten we hen helpen de controle te houden over al dan niet gewenste smartphone-effecten op hun leven.” Nou prima. Maar laten we vooral meer en beter luisteren naar wat er in gezinnen gebeurt en ze niet misbruiken voor een eigen boodschap van paniekzaaierij. Die gezinsdynamiek is trouwens heel wat ingewikkelder dan wat uit zo’n onderzoek zou blijken.

Wij zouden dus ook graag een oproep willen doen: laten we onszelf een beetje in de hand houden als we aandacht willen, en geen onzin verkopen. Dat onderzoek was leuk genoeg zonder die paniekzaaierij. Het is niet onschuldig, om op deze manier te communiceren over ouders en kinderen. De boodschap is immers:

  1. Ouders doen het niet goed
  2. Kinderen lijden
  3. Kinderen zijn niet in staat om zonder hulp van buitenaf iets aan hun situatie te veranderen
  4. Ouders zijn niet in staat zonder hulp van buitenaf goede ouders te zijn.

En zo is het niet. Laten we ouders en kinderen in hun waarde laten. En als we dan toch iets willen doen: laten we luisteren naar wat ze nodig hebben en suggesties geven hoe je het gesprek op een positieve manier kunt blijven voeren. En weet je wat? De meeste gezinnen in Nederland doen dat gelukkig al heel erg goed, naar volle tevredenheid van hun kinderen.

 

 

Reactie(s) (9)

  1. Sjoerd Verhallen (reply)

    1 juni 2017 at 16:58

    Justine, ik was te snel met like knop zoals vele jeugd en jongeren met mij. Ik heb daarom like weer verwijderd. Dit omdat ik eerst dacht dat het ging om ouders te informeren hoe om te gaan met nepnieuws en met hun kind te bespreken. Het blijkt dus een, ik citeer: “…de NAMM die hekel ik”, een aanval te zijn op Nat. Academie voor Media en Maatschappij. Hier verbaas ik me over, temeer we allen zelfde doel hebben: ouders, jeugd en jongeren te begeleiden in verantwoord media gebruik. Het stuk van jou is zeker niet verantwoord en draagt niet bij aan de dialoog met ouders en hun kinderen beter te leren omgaan met hun smartphone gebruik. Laten we gaan voor een eenduidige lijn in media tips. Laten we de feiten en nepnieuws van elkaar gescheiden houden en zodoende herkenbaar zijn en blijven.

    1. Justine Pardoen (reply)

      1 juni 2017 at 17:23

      Het gaat niet om de NAMM zelf, het gaat om de manier waarop ze aandacht vragen voor een onderzoek.
      Waarom mag ik daar niet kritisch op zijn? Hoezo hebben ‘wij’ hetzelfde doel? Wat is dat doel dan precies? En als dat al zo zou zijn, waarom mag je dan geen kritiek hebben op keuzes die anderen maken om dat doel te bereiken?

      We hebben politieke partijen die ook allemaal hetzelfde doel zeggen te hebben (NL beter maken of zoiets). En toch is er voortdurend discussie over hoe je dat het beste kunt doen.

      Ik vind deze manier niet okee en daar ben ik stellig in. Het heeft slechte gevolgen. Zoals de strategie van de NNAM jarenlang ouders en docenten op hun handen deed zitten. Wat zou het met jou doen als je jarenlang hoort dat je het niet meer kunt bijbenen, dat je eruit gesurft bent, dat je ontwricht, enz. enz.? Mij zou het niet in mijn kracht zetten. Jou wel?

      Onze tips en adviezen zijn eenduidig. En gestoeld op wetenschappelijk onderzoek waar mogelijk. Verder gezond verstand. Maar nooit, en dus echt nooit op angtzaaierij of morele paniek.

  2. Maarten Wolzak (reply)

    1 juni 2017 at 11:05

    Het leest alsof je dit even “van je af moest schrijven”?
    Ik weet niet of ik het eens ben met de manier van aandacht-vragen van genoemd persbericht. Maar zoals je stelt dat het “heel erg goed” gaat, daar ben ik het niet mee eens hoor.

    Je noemt 1/3 van de ouders die hun kinderen op een infantiele manier in gevaar brengt door achter het stuur op de mobiel te prutsen “Getallen waar je nou ook nog niet van ondersteboven rolt”.

    Is dat het officiele standpunt van Bureau Jeugd en Media? Daar rol ik dan dus weer best wel van ondersteboven.

    Je schrijft dat mediaopvoeding een doorlopend gesprek is en dat dat prima gaat.
    Misschien in jouw omgeving maar dat is zeker nog niet overal zo!

    Je schrijft ook nogal makkelijk vanuit eigen oogpunt, bv ” Kinderen vinden het ook prettig en gemakkelijk. Dus wat is nu eigenlijk het probleem?”
    Kinderen vinden het ook “prettig en gemakkelijk” om overal met de auto naartoe gebracht te worden, om lekker vaak patat of pannenkoeken te eten, om de hele middag te gamen en tv te kijken.
    Jouw manier van redeneren lijkt er op te duiden dat er geen probleem is als ouders op die manier de opvoeding te hand nemen omdat de kinderen het “prettig en gemakkelijk” vinden?

    Het “Trumpen” van andermans onderzoek om vervolgens onderaan het eigen onderzoek onder de aandacht te brengen vind ik op zijn minst vreemd… Vind je zelf niet dat de titel van jouw schrijven ook een beetje clickbait is?
    (Het onderzoek waar je aan refereert gaat over online gedrag van jongeren met nadruk op de risico’s en hoe ouders daar mee omgaan. Het onderzoek dat je afkamt heeft een heel andere onderzoeksvraag.)

    Ik vind dit helemaal geen goed stuk. Het lijkt meer op het afkammen van “de concurrent”. Onnodig.

    @Ilse: het stuk kun je hier vinden: https://www.mediaenmaatschappij.nl/smartphones-binnen-het-gezin
    @Ilse: Vind je het verstandig om klakkeloos te volgen in het veroordelen van een ander?

    1. Justine Pardoen (reply)

      1 juni 2017 at 15:40

      Er is in het onderzoek echt niets schokkends te lezen. Dat is mijn punt. En dat je daar schokkend nieuws van wilt maken, vind ik onjuist. Want je schaadt er mensen mee. Het standpunt van BJM is dat ouders en kinderen voortdurend met elkaar in gesprek moeten blijven over hoe ze beeldschermen in hun gezin gebruiken, en natuurlijk kunnen kinderen ook hun ouders daarop aanspreken.

      Het onderzoek waar ik naar verwees laat juist zien dat ouders van tieners en tieners zelf zeggen dat ze actief aan mediaopvoeding doen en dat tieners laten zien op wat voor manier het praten het meest effect heeft. Dat is dus niet preken, regels stellen en onderhandelen, maar met interesse in elkaars ervaringen het onderwerp aansnijden en vertellen wat goed is en wat niet. Echte dialoog dus. Dat was een mooi en onverwacht resultaat: de manier waarop je praat, maakt dus verschil. Er komt steeds meer onderzoek dat dit bevestigt. We hebben er toch veel meer aan als we ouders dit doorgeven?

      Ook de manier waarop media rapporteren over wat kinderen en ouders doen, maakt uit. Het is schadelijk in plaats van ondersteunend voor gezinnen als je de hele tijd roept wat ouders niet goed doen. Dit is overigens een oude, veelgebruikte marketingstrategie van de NAMM en die hekel ik. Daar gaat dit stuk over.

      1. Maarten (reply)

        1 juni 2017 at 18:04

        Ik begrijp je doel en natuurlijk is het goed om kritisch te zijn. Maar boos worden en het uitroepen tot “nepnieuws” van iets waar je het niet mee eens bent slaat de discussie evengoed dood.
        Niet alleen naar kinderen werkt dat niet…

        1. Justine Pardoen (reply)

          1 juni 2017 at 23:03

          Wie zegt nou dat ik boos ben? Ik gaf een argument waarom het nepnieuws is (dat ik het er niet mee eens ben, was niet de reden): conclusies trekken uit onderzoek waar ze niet uit voortvloeien, is nepnieuws. Ook zou je het liegen kunnen noemen. In mijn wereld tenminste. In de jouwe niet?

          En het zijn ook geen leugens om bestwil, maar om kwaadwil. Het doet ouders kwaad en dat doen ze opzettelijk. Om het nieuws te halen met een onderzoek.

          Jij bent zelf een mediawijsheidprofessional? Vind jij daar dan niets van?

  3. Ilse Godtschalk (reply)

    1 juni 2017 at 07:39

    Goed stuk!!
    Van wie kwam dit nepnieuws en waar werd het gepubliceerd?

    1. Saskia van der Linden (reply)

      15 december 2022 at 10:47

      Beste Maarten, de berichtgeving van de NAMM is al sinds de oprichting behoorlijk dubieus. Alleen al de naam ‘Nationaal’ was, in elk geval bij de oprichting die ik van nabij meemaakte, tamelijk kolderiek. Ik moet wel eerlijk zijn, inmiddels ken ik de club niet meer. Maar jouw reactie op Pardoen verbaasde me. Je reageert geheel niet op de inhoud van wat Pardoen zegt. Of zij het predicaat ‘nepnieuws’ al dan niet terecht gebruikt, is nl zo te checken, Pardoen legt dat transparant uit. Door het artikel van de NAMM Naast het door hun aangehaalde onderzoek te leggen. Heb je dat gedaan? Als mijn herinnering klopt, is het is nl niet de eerste keer dat de NAMM dat doet ….

      1. Maarten Wolzak (reply)

        15 december 2022 at 12:35

        Beste Saskia, mijn reactie is inmiddels van 5 jaar geleden.
        Ik stel voor dat je mijn eerste reactie nog eens goed leest. Ik reageer juist wel op wat Pardoen schrijft.

        Jij zegt niets over het stuk zelf noch over mijn reactie maar trekt wel anekdotisch van leer tegen de NAMM.
        Wat heeft een lezer hier aan?
        Wat is jouw agenda als het gaat over de NAMM?
        Dit is namelijk een gevestigd en erkend instituut dat internationaal samenwerkt om de mate van mediawijsheid te vergroten. Zij worden mede gedragen door het Erasmus+ Programma van de Europese Unie, zijn in het bezit van het NRTO Keurmerk en zijn een centraal geregistreerde aanbieder van kort beroepsonderwijs.

        Natuurlijk kun je fact-checken zoals jij voorstelt maar doe het dan door twee gelijke onderzoeken te pakken. Dan nog kun je niet zomaar concluderen dat het ene onderzoek “nep” is omdat het andere iets anders zegt. Waarom is dan het andere onderzoek niet “nep”?

        Grootste probleem met het naast elkaar leggen van deze twee onderzoeken is dat het onderzoek van de NAMM ook gaat over het mediagebruik van de ouders. En ook over hoe de kinderen dat ervaren.
        Het onderzoek wat Pardoen aanhaalt is gedaan door een gereformeerde partij die zich uberhaupt tegen ongefilterd internet verzet en gaat alleen over wat ouders ervan ervaren en vinden. Als je daarbij bedenkt dat in maar 7% van de gezinnen (in 2017) er uberhaupt werd gesproken over deze materie dan zul je misschien eerder vraagtekens zetten bij hoe “heel erg goed” het wat Pardoen betreft gaat.

        Oh, en ja, ik heb beide onderzoeken gelezen.

        Het roepen van “nepnieuws” is overigens iets wat ik van geen enkel instituut verwacht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gepubliceerd op: 1 juni 2017
Gepubliceerd door: Justine Pardoen
Reacties: 9 reacties